Reizigers:  Vereniging van Vrienden van Museum Helmond - Bestuur
Reis: 10-daagse rondreis 'Ontdek Bulgarije' (reis op maat)
Plaatsen: Veliko Tarnovo, Kazanlak, Plovdiv, Bansko, Sofia
Reisdata: 07-05-22 t/m 16-05-22


Verslag 10-daagse vliegreis naar Bulgarije,

Eindelijk is het zover, de reis naar Bulgarije kan doorgaan. Deze reis stond gepland voor mei 2020, maar door Corona moest de reis 2 maal uitgesteld worden. Een aantal personen dat zich aangemeld had voor de reis in 2020 kon niet meer meegaan: of er waren lichamelijke problemen of Corona c.q. de oorlog in de Oekraïne speelde een rol om af te zeggen. Uiteindelijk zijn we met 30 personen afgereisd. Een groot aantal van deze personen was al vaker mee geweest met een reis georganiseerd voor Vrienden van Museum Helmond.

Zaterdag 7 mei
Om kwart over vijf dienen wij aanwezig te zijn bij de Cacaofabriek, zodat wij op tijd op Schiphol zullen zijn voor het inchecken. De busreis verloopt voorspoedig, maar als we ons melden bij de balie van Bulgaria Airlines begint het wachten. Er gaan 2 loketten open om je aan te melden, maar een van de dames bij het loket krijgt het systeem niet aan de gang. Na ongeveer een kwartier wachten kan ook zij beginnen met inchecken, maar dan begeeft de andere pc het. Na het inchecken gaan we vol goede moed richting controle van de handbagage, waar wederom een heel lange rij staat. De paspoortcontrole verliep iets sneller. Uiteindelijk kan ieder nog iets te drinken scoren en kunnen we richting gate D18 gaan. De vlucht verloopt vlot en op het vliegveld in Sofia is het vrij rustig. De gids Kaloyan Velikov staat ons in de hal op te wachten. De bus staat al klaar en de rondreis kan beginnen.
Als eerste gaan we naar Pravets, alwaar we op een zeer mooi aangelegde golfbaan worden ontvangen met een alcoholvrije soort champagne, koffie, thee en lekkere koekjes. We toasten op een mooie reis. Pravets is de geboortestad van Zhivkov, hij was tijdens het communistisch bewind lange tijd president (35 jaar). We bezoeken het geboortehuis van Todor Zhivkov: een klein huis, zijn ouders waren boeren. Er was een grote slaapkamer waar iedereen sliep op een groot bed van stro op de grond. Dit was destijds de gewoonte in Bulgarije. In het bijbehorend museum zijn foto’s waarop Zhivkov te zien is met zeer belangrijke grote staatslieden. Tevens zijn veel cadeaus te zien die hij tijdens zijn regeerperiode heeft ontvangen.
Wij vervolgen onze reis naar de tsarenstad Veliko Tarnovo. Het hotel ligt in Arbanasi, een plaatsje dichtbij Veliko Tarnovo. In de bus zegt Kaloyan dat hij, tijdens het reizen van de ene plek naar de andere, ons meer zal vertellen over Bulgarije.
Mondkapje is niet verplicht, alleen in openbaar vervoer en in hotels. Tijdens onze reis hebben wij in hotels geen verplichting gezien voor het dragen van mondkapjes. Bulgarije is een van de grootste wijnproducenten van rode wijn. Men maakt bijna geen witte wijn.
Bulgarije heeft o.a. 5 eeuwen onder Turkse overheersing (Ottomaanse Rijk 1396-1878) gestaan. Sofia ligt op een groot plateau en wordt omringd door 3 gebergtes. Er zijn veel minerale bronnen in deze stad. Sofia is een van de oudste steden van Europa. De eerste eeuw na Christus was de grootste bloeiperiode onder de Romeinen. Het Balkangebergte deelt Bulgarije op in een noordelijk en zuidelijk deel, waarbij het zuidelijk deel beter ontwikkeld is. Het land is 2½ keer zo groot als Nederland. In 2018 was Bulgarije voorzitter van de Europese Unie.

Zondag 8 mei
Veliko Tarnovo is lang de hoofdstad van Bulgarije geweest. In Arbanasi, waar wij overnachten, wonen rijke mensen. Deze stad is ontstaan in de 15e eeuw; een pasja had een stuk grond gekregen van de sultan. Op weg naar Veliko Tarnovo wil Kaloyan ons eerst een kerkje gewijd aan de heilige Petrus en Paulus laten zien uit de 13e eeuw. Dit kerkje is heel mooi gerestaureerd. In dit kerkje zie je fresco’s uit de 2e helft 15e eeuw en een paar oudere uit de 13e eeuw. Tussen de 16e en 18e eeuw werd aan de zuidkant een buitenhal gebouwd. Bij de overheersing door de Ottomanen verhuizen patriarchkerk en bibliotheek naar een andere kerk. Op loopafstand van het kerkje gaan we nog even kijken bij de restanten van een oud badhuis uit de tijd van de Romeinen.
De tocht gaat verder naar de restanten van de burcht Tsarevets. Deze burcht ligt boven op een heuvel, zodat men de stad Veliko Tarnovo goed kon beschermen tegen aanvallen van de Turken. De 14e eeuw was een moeilijke tijd, er waren veel kleinere gebieden die door de Turken werden veroverd. Hierna trokken de Turken het Balkangebergte over. Deze stad is zelfstandig gebleven. Over de gehele lengte van het Balkangebergte werden op 16 plaatsen aan de voet van de Balkan burchten gebouwd, waardoor de ridders er niet over konden komen.
De vestiging die we gaan bezoeken is erg groot. We lopen door een straat waar vroeger winkeltjes lagen van ambachtslieden. Verder heeft men restanten gevonden van 22 kerkjes en 4 kloosters. We komen in de bovenstad waar vroeger de administratie werd bijgehouden. Hier leefden de rijke mensen. Nog hoger ligt een kerk met moderne wandschilderingen. In die tijd mochten de mensen niet naar de kerk en daarom heeft men de wanden voorzien van schilderingen van belangrijke personen en situaties uit de Bulgaarse tijd. In de kerk staat een sarcofaag waarin de Byzantijnse en Ottomaanse tijd liggen “begraven”. Na een lange tijd op dit terrein doorgebracht te hebben gaan we in Veliko Tarnovo lunchen.
Na de lunch gaan we naar de ruïnes van de oude Romeinse stad Nikopolis ad Istrum, gesticht door de Romeinse keizer Trajanus. De ruïnes van de stad liggen achteraf en zijn afkomstig uit de 1e eeuw. Onder de weg werden kanalen aangelegd voor aanvoer van water. Het water wordt via een aquaduct aangevoerd. Het forum was voor paard met kar niet te bereiken. Zover bekend hebben er geen soldaten op deze plek gewoond. Waarschijnlijk is de plek tot eind 7e eeuw in gebruik geweest.
Hierna gaan we terug naar Arbanasi en gaan naar de Christus Geboortekerk. Deze kerk ligt op een steenworp afstand van het hotel en is bijna niet te zien. Het kerkje ligt achter een muur en alleen het dak is te zien. Tijdens de Ottomaanse tijd mocht een christelijke kerk niet opvallen en niet hoger zijn dan een ruiter op een paard. Ook moest men voor de bouw een vergunning aanvragen. Van binnen ziet het kerkje er prachtig uit. Er is een voorhal voor de mensen als ze wat vroeg waren voor de dienst en niet buiten in de kou hoefden te wachten tot de dienst begon. Bij deze kerk zijn zowel de voorhal als de ruimte voor de vrouwen als de eigenlijke ruimte voorzien van prachtige fresco’s. In de ruimte voor de vrouwen zijn afbeeldingen van bekende vrouwen. Uiteraard is er ook een iconostase. De altaar ruimte wordt door deze wand afgeschermd voor de blikken van de gelovigen. Kaloyan vertelt dat rechts van de deur in een iconostase bijna altijd een Christusfiguur is afgebeeld en links Maria, al dan niet met kind. De rij daarboven geeft vaak de twaalf apostelen weer. De andere rijen worden gevuld met afbeeldingen uit het oude en nieuwe testament, het leven van Christus of van de persoon waarnaar de kerk is vernoemd. Kaloyan maakt ons attent op het levenswiel. Op dit wiel staan diverse ringen met in elke ring afbeeldingen van o.a. de stadia in het leven, een ring met sterrenbeelden. Je kunt zelf kiezen welke levensstijl je wil volgen maar alleen via de Orthodoxe wetten kom je in de hemel. Leef je niet volgens die levensstijl dan kom je in een stroming terecht die je rechtstreeks naar de hel voert. Hierna sluiten wij de dag af met een diner in Arbanasi. Ex-president Zhivkov heeft tijdens zijn regering in Arbanasi een prachtig paleis laten bouwen boven op een heuvel met een geweldig uitzicht op de omgeving. Dit paleis is momenteel een hotel. Voor een overnachting moet je wel een flink bedrag op tafel leggen. Vanuit ons hotel kun je het paleis heel goed zien liggen.

Kaloyan vertelt in de bus dat tijdens het eerste Bulgaarse Rijk de 2 monnikenbroeders Cyrillus en Methodius een alfabet hebben gemaakt dat gebaseerd was op ronde, vierkante tekens of in de vorm van een kruis. Hiermee zou men Bijbelse teksten kunnen vertalen. Er kwam een tweede versie die eenvoudiger was en deze versie wordt nu nog gebruikt in o.a. Bulgarije en Rusland. De Bulgaarse taal kent geen naamvallen en heeft alleen korte klinkers. Kaloyan deelt een papier uit met daarop de tekens van het Bulgaarse alfabet en vertelt hoe de tekens uitgesproken worden. Ook krijgen we een kleine les in de Bulgaarse taal, waarbij we leren hoe je o.a. “goede morgen” en “goede avond” uit moet spreken. Dit is voor de meesten van ons al een hele kunst.

Maandag 9 mei
We beginnen de dag met een bezoek aan het koopmanshuis uit de 17e eeuw van Konstanzaliev in Arbanasi. Het heeft een typische bouwstijl. Het fundament is van gestapelde stenen 17e-eeuws koopmanshuis van Konstanzaliev in de typische bouwstijl van die tijd en de opgaande muren zijn ter versteviging voorzien van houten balken. Vanaf de eerste verdieping is alles van hout. Aan de grote ontvangstruimtes, slaapkamers, keuken, de inrichting van het huis en kleine details kon men zien dat we te maken hadden met een rijke familie.
Hierna gaan we richting het Balkangebergte en bezoeken het Nationaal Ambachtsmuseum Etara. Dit openluchtmuseum bestaat pas sinds enkele jaren en is een persoonlijk initiatief. In alle werkplaatsjes kun je zo naar binnen gaan en zien hoe iconen worden geschilderd, speciale koek wordt gebakken, sieraden gemaakt. Ook laat men zien hoe via een klein en groter waterrad apparaten in werking worden gezet. De huisjes zijn erg mooi en je kunt hier rustig heel wat uurtjes rondkijken. Bovendien ligt het in een prachtig groene omgeving. Op het buitenterras hebben we genoten van een heerlijke lunch met vlees van de barbecue. Via de beroemde Shipkapas steken we het Balkangebergte over. Deze pas verbindt Noord-Bulgarije met Zuid-Bulgarije. In dit gebied is hard gevochten. Aan het einde van de 14e eeuw werden alle gebieden in Bulgarije onder het Ottomaanse Rijk geplaatst. Het was een zeer moeilijke tijd voor de plaatselijke bevolking. De islamisering van Bulgarije is toen begonnen. De christenen mochten zeer weinig en veel Bulgaren zijn toen overgegaan naar de islam. Tot de eerste helft van de 16e eeuw kregen de mensen hier weinig kans om onafhankelijk te worden.

De eerste helft van de 19e eeuw werd de macht steeds zwakker. Als christenen meegevochten hadden aan een oorlog en ze hadden een strijd gewonnen dwong men steeds weer meer vrijheid af bij de Ottomanen. Het gebied was zeer geïsoleerd. Tijdens de overheersing via de islam moest elk gezin dat niet islamitisch was een kind afstaan. Dit kind kreeg een goede opvoeding en vaak ook een goede baan. Zo werd het gebied zich steeds meer bewust van hun afhankelijkheid. In de gebieden ontstond in die tijd in vrijwel elke plaats een revolutionaire groepering. Samen organiseerden zij een grootse opstand. Zij hebben de Russische keizer gevraagd de Turken de oorlog te verklaren. De Russen en de Bulgaren versloegen in 1877 de Osmanen en zo kreeg Bulgarije met hulp van Rusland zijn vrijheid terug. Bij deze opstand zijn zeer veel soldaten gesneuveld en voor al die gesneuvelden heeft men als herdenking op de Shipkapas “De geboorte van Christuskerk” gebouwd. Een mooi gebouw met gouden koepels. In de kerk staat een lege sarcofaag: symbool van het verslaan van de Ottomanen. Zowel binnen als buiten staan prachtige afbeeldingen uit de typisch Russische en Turkse cultuur. Op het hoogste punt in de omgeving staat een monument ter herinnering aan alle gesneuvelden. Dit monument is al van veraf te zien.

Op naar de volgende bezienswaardigheid: het dal van de Thraciërs nabij Kazanlak. Na een grote volksverhuizing zijn de Thraciërs rond 2000 v.Chr. vanuit het oosten naar Europa gekomen. Zij zijn de oorspronkelijke bewoners en leefden in 77 stammen die steeds met elkaar in oorlog waren. Bij de stammen waren de paarden zeer belangrijk, deze paarden waren rijkelijk versierd met goud en zilver. In dit dal zijn verschillende graftempels uit de 5e en 3e eeuw v.Chr. gevonden. Deze graftempels staan midden in het veld. De Thraciërs hadden geen schrift maar via de graftempels is men een en ander aan de weet gekomen. Rond 1940 is de eerste graftempel ontdekt. De rijke Thraciër was tijdens zijn leven half god; na de dood wordt hij een god. De tempel is een grote koepel boven op een berg. Deze koepel wordt van buiten afgesloten met een grote zware steen en de koepel wordt afgedekt met zand. De ingang van de tempel ligt op het zuiden, dit heeft te maken met de lichtcultus. De mens werd eerst 3 dagen begraven en daarna gecremeerd. In de tempels bevinden zich mooie muurschilderingen. Men komt eerst in een grote voorruimte en dan pas kan men via een smalle ruimte bij de sarcofaag komen. Kaloyan vertelt in de voorhal wat we binnen kunnen zien, je mag maar met 3 of 4 personen binnen in de eigenlijke grafkelder. Veel gouden en zilveren voorwerpen die in de tempel gevonden zijn hebben we kunnen bewonderen in het museum te Kazanlak. Het meest bekend is wel een puur gouden masker dat in een van de grafkelders is gevonden, alsmede een kroon bestaande uit puur gouden (eiken)bladeren, een prachtig heel fijn kunstwerk. Voor diner en overnachting gaan we naar het hotel in Kazanlak.

Dinsdag 10 mei
Vandaag wacht ons een feest in de rozenvallei. De vraag is of de rozen al in bloei staan, het voorjaar is lang fris geweest. De rozenvallei ligt tussen het Balkangebergte en het Middengebergte.
De rozencultuur begint zo’n 300 jaar geleden met de Damascusroos. Deze roos is vooral geschikt voor de productie van rozenolie. De Bulgaarse rozenolie is de beste in zijn soort en wordt vooral gebruikt in de parfumindustrie. Als wij in de rozenvallei aankomen ligt in de verte de sneeuw nog op de bergen. Je ziet grote percelen met rozenstruiken, jammer genoeg staan de struiken nog niet in bloei. We worden ontvangen door de rozenkoningin van vorig jaar en een groepje dames en 2 jongens in mooie klederdracht die voor ons zullen gaan zingen en dansen. Men biedt ons brood aan dat je in een mengsel van kruiden doopt. Als je heel goed zoekt kun je een roos zien die bloeit, maar in de buurt waar wij staan heeft men een paar bloeiende rozen in een struik gestoken, waardoor het lijkt of de rozen al echt in bloei staan. De rozen worden in de vroege morgen met de hand geplukt. Het groepje dames begint eerst enthousiast te zingen en daarna kunnen we wat tussen de struiken doorlopen. Hierna begint men met volksdansen, erg leuk. Wij worden uitgenodigd om mee te dansen, hetgeen door een heel aantal van de groep wordt gedaan.

In Kazanlak gaan we naar een woning van een koopman in wiens woning rozenolie werd gemaakt. Een dame vertelt ons hoe de olie wordt gemaakt. In de bus laat Kaloyan een buisje met rozenolie rondgaan zodat wij de geur van de olie kunnen ruiken. Daarna bezoeken we het huis van een zeer rijke koopman waar thuis o.a. rozen- en lavendelolie werd gemaakt. Deze koopman ontving kooplui en zij mochten gratis bij hem overnachten, hij vroeg hen alleen wat van de meegebrachte koopwaar als tegenprestatie. Hier kregen we een proeverij van rozenmarmelade en rozendrank. Er was een souvenirwinkel die druk bezocht werd.
Deze vallei is zeer vruchtbaar en bij goed weer kan men soms 2 maal in een seizoen oogsten, voornamelijk graan, groenten en fruit. Tijdens het communisme moest men alles aan de staat afstaan. 73,8% van de bevolking leefde toen in de stad. Na de val van het communisme kregen de voormalige eigenaren hun land weer terug. De mensen hadden kleine stukjes grond die niet geschikt waren voor grote verbouwing van producten. Zij verpachtten het land en aan het einde van het jaar kreeg men als pacht een deel van de opbrengst. Later hebben opkopers stukjes grond opgekocht zodat uiteindelijk grote percelen ontstonden. Na toetreding tot de Europese Unie is er veel verbeterd in de landbouw.
Na de lunch bezoeken we de Thracische tempel Starosel. Deze tempel heeft een groot voorportaal en is ook groter als die van de vorige tempel. In het voorportaal vonden waarschijnlijk rituelen plaats. Zoals gezegd is er maar weinig bekend over de Thraciërs, alleen uit verhalen van de Grieken is men meer aan de weet gekomen over de levensstijl. Als we binnen rondgekeken hebben neemt Kaloyan ons mee naar buiten, waar aan de achterkant van de heuvel een wijnvat van zo’n 2000 liter tegen de tempel is gebouwd. Waarschijnlijk werden er grote feesten en seks-orgiën gehouden. Hun motto was “vruchtbaarheid van de aarde”.

De volgende stop is in Hissar. Deze stad dateert uit de 1e eeuw v.Chr. Er zijn hier veel thermische bronnen met een temperatuur van 31 tot 52o C en door de Romeinen is hier dan ook een groot badhuis gebouwd. Het gebouw was tevens een ontmoetingsplek voor kooplui. Na het badhuis bewonderd te hebben wandelen we een stuk langs de 2m dikke stadsmuur van de oude stad Hisarya en vervolgen de reis richting Plovdiv. De gezondheidszorg werd begin 2000 gewijzigd, men betaalt 6% van het salaris aan verzekeringskosten. Voor elk onderzoek moet je een bijdrage betalen van 3 leva, bij verblijf in het ziekenhuis is de bijdrage 7 leva per dag en bij een operatie betaalt de patiënt 20% van de kosten. Overnachting in hotel te Plovdiv.

Woensdag 11 mei
Plovdiv was in 2019 terecht de culturele hoofdstad van Europa. Het is de tweede stad van Bulgarije. De stad is al lang bewoond en als je in de stad rondloopt zie je op veel plaatsen ruïnes uit de Romeinse tijd. We gaan eerst naar de grote basiliek van Philippopolis. Voordat we de basiliek binnen gaan zien we voor het gebouw de restanten van wat vroeger een theater was dat waarschijnlijk overdekt is geweest. De basiliek van Philippopolis is gebouwd in de 4e eeuw. Eind 19e eeuw is men begonnen met de restauratie. Men heeft over de kerk heen een gebouw opgetrokken, waardoor de basiliek goed te bezichtigen is. Er zijn prachtige vloermozaïeken. Op ca 1 meter boven de vloer van de oude basiliek is een doorzichtige vloer gelegd, waardoor je als je op de doorzichtige nieuwe vloer loopt alle mozaïeken en andere restanten die onder je liggen goed kunt bekijken. De basiliek is waarschijnlijk gebouwd op de plek waar voorheen een andere kerk heeft gestaan. In veel mozaïeken vind je de afbeelding van een pauw: de pauw was het symbool voor het paradijs. Door het gebruik van het gebouw door verschillende religies liggen er twee mozaïekvloeren op elkaar. Tijdens de restauratie zijn de mozaïekvloeren zoveel als mogelijk van elkaar gehaald. In de 2e tot 4e eeuw was het gebouw een tempel, van de 4e tot 7e eeuw was het een kerk, van de 7e tot 10e eeuw werd de ruimte gebruikt als woonwijk en van de 10e tot de 17e eeuw was het een kerkhof. Na een hele tijd in de basiliek van Philippopolis doorgebracht te hebben, wandelen we door de winkelstraat met een aantal mooi opgeknapte gebouwen en aan het einde van de winkelstraat komen we uit bij een deel van een goed gerestaureerd amfitheater. Dit theater stamt uit het begin van de 2e eeuw tijdens regering van Trajanus. Keizer Trajanus had tijdens zijn veroveringen veel goud en zilver buit gemaakt, daarom kon hij dit theater laten bouwen. De tribunes zijn gebouwd tegen een natuurlijke berghelling. Er konden zo’n 7000 toeschouwers in het theater. Begin jaren 1970 werd het theater teruggevonden toen een aardverschuiving restanten blootlegde. Nu wordt het in de zomer gebruikt voor concerten en theatervoorstellingen. Nadat we dit alles bewonderd hebben komen we ook nog langs de Dzumaya of vrijdag moskee, dit is de grootste moskee in Bulgarije. Men zegt dat deze rond 1360 is gebouwd, maar waarschijnlijk is hij van een latere datum. Na de verovering van Plovdiv door de Ottomanen is de moskee gebouwd op de plaats van een kathedraal.
Op het terras waar wij koffie drinken heeft men een mooi uitzicht op dit theater en de stad. Na de koffie lopen we door de stad en zien veel mooie huizen met Griekse schilderingen en beelden, we komen langs de eerste meisjesschool en apotheek van de stad
Aan het einde van de Ottomaanse overheersing kregen de christenen rechten om handel te drijven. Mede hierdoor is de stad zo rijk geworden.
Met de bus gaan we richting een grote wijnboerderij voor lunch en wijnproeverij.
We zitten heerlijk buiten onder een grote overkapping met een wijds uitzicht over de wijngaarden. We beginnen met witte wijn, daarna proeven we de rode en de rosé. Tijdens de lunch worden we verrast door een optreden van een lokale dansgroep die ons laten genieten van een aantal volksdansen. Uiteraard wordt er ook door een aantal mensen van de groep weer enthousiast meegedanst. Na een gezellige en lekkere lunch, wijnproeverij en rondleiding in een deel van de kelders gaan we weer verder. Ons volgende doel is het Bachkovo klooster dat gelegen is aan de voet van het Rhodopegebergte. Het klooster heeft de naam van de Maria-Tenhemelopneming. Het is een oosters-orthodox klooster. De kerk ligt op de binnenplaats. Tijdens de communistische tijd waren hier bijna geen bewoners en hebben restaurateurs de tijd gebruikt om de fresco’s te herstellen. De monniken mochten per dag 2 liter wijn drinken. Eerst bezoeken we de oude eetzaal en gaan aan een lange marmeren tafel zitten waar vroeger ook de kloosterlingen zaten. Om ons heen zien we allemaal mooie fresco’s. Op de fresco’s stonden teksten in het Grieks en als protest werden later de fresco’s wit gekalkt, uiteindelijk zijn de fresco’s daardoor goed bewaard gebleven. In de kerk is een icoon helemaal uit zilver en goud, waarschijnlijk is dit het oudste van Bulgarije. Daarna gaan we de kerk binnen. Als je het voorportaal binnenkomt weet je niet waar je moet kijken, zo mooi. Vooral de Christusfiguur in de koepel.
In de kerk kom je ogen te kort en je wordt vanzelf stil van binnen: zo mooi. In de kerk hangt een grote krans met daaraan o.a. lampjes en struisvogeleieren: dit is een teken van vruchtbaarheid (en volgens Kaloyan blijven spinnen weg omdat de eieren zorgen voor een bepaalde resonantie). Via de toegangsweg met aan weerszijden marktkraampjes keren we terug naar de bus die ons weer naar het hotel brengt.

Donderdag 12 mei
Wij beginnen onze dag met een bezoek aan een tapijtfabriek en rijden daarvoor nabij het Rhodopegebergte. Dit is grootste gebergte in Bulgarije en loopt door tot in Noord-Griekenland. Het is een dicht bevolkt gebied waar vooral Roma wonen. De Roma leven in een gesloten gemeenschap en het betreft een laag sociale groepering, integratie is niet eenvoudig. Het is moeilijk de kinderen op school te houden, daardoor leven ze steeds onder de armoedegrens. De staat is er alles aan gelegen de kinderen op school te houden; is men meer dan 6 maal niet op school geweest dan wordt de kinderbijslag ingehouden. De ouders hebben vaak 6-10 kinderen, dat is via de kinderbijslag hun bron van inkomsten. De kinderen moeten verplicht t/m 12 jaar naar school. Als ze t/m klas 8 op school blijven mogen ze gratis hun rijbewijs halen. Voor de meisjes is er een bruidenmarkt. De meisjes worden naar een markt gebracht waar de jongens voorbij de meisjes lopen. Is er een keus gemaakt dan wordt er onderhandeld over de prijs en het meisje moet meteen met de jongen meegaan. Zij worden vaak naar het buitenland gestuurd om de voor het meisje betaalde prijs terug te verdienen. In Noord-Bulgarije wonen veel Bulgaarse Turken. Rond de jaren tachtig begint de Turkse Wedergeboorte. D.w.z. alle Turken moeten een Slavische naam aannemen, het spreken van de Turkse taal is verboden, op radio en tv wordt geen Turks meer gesproken. Op een gegeven moment heeft president Zhivkov gezegd dat wanneer de Turken niet als Bulgaar willen leven, zij naar Turkije moeten gaan. Veel Bulgaarse Turken trekken naar Turkije, maar dat land sluit de grenzen omdat er teveel Bulgaarse Turken naar het land Turkije komen, hetgeen voor grote problemen zorgt. In die tijd zijn veel Bulgaren rijk geworden omdat zij voor een prikje sieraden, huizen en/of grond kochten van Bulgaarse Turken die naar Turkije gingen.
In de tapijtfabriek worden vooral grote tapijten gemaakt voor kastelen. Een dame leidt ons trots rond door de fabriekshal. De eigenaar ontwerpt zelf de patronen voor een tapijt, hij gaat naar de koper toe om te onderhandelen over de uitvoering van het tapijt en de prijs. In het bedrijf zelf worden de garens geverfd. Afhankelijk van de grootte van het tapijt zit een aantal vrouwen naast elkaar aan een tapijt te werken en blijven allemaal op dezelfde rij de knopen leggen. Zij zijn zeer snel in het leggen van de knopen. De dames zelf laten ons in “slow motion” zien hoe de knoop gelegd wordt. De mevrouw laat foto’s zien van tapijten die in bekende bouwwerken de vloer sieren.
In Velingrad kunnen we wat door het stadje lopen en op een terras koffie drinken. Daarna gaan we voor de lunch naar een hotel, een zaak met 5-sterren. Hier worden we verrast op een geweldig verzorgd lopend buffet. Er is voor elk wat wils. Het is ook een mooie omgeving, om te wandelen. Voldaan vertrekken we weer, maar zijn nog te vroeg voor de afspraak voor de rit met de trein. Daarom stoppen we onderweg bij een markt waar de Pomakken-vrouwen hun eigengemaakte artikelen verkopen. Hier kan men diverse soorten gedroogde kruiden, sappen, rozenjam, honing en andere dingen kopen. Via een mooie route komen we op een hoogte in de bergen waar de Pomakken wonen. De Pomakken waren vroeger christelijk, maar onder het Ottomaanse regime zijn zij islamitisch geworden, dat gaf hen voordelen. Zij leven patriarchaal, de oudste man in de familie is de baas. De vrouwen zijn minder belangrijk. In 1960 begonnen zij met fabrieken, die na de omwenteling geprivatiseerd werden. De fabriekjes waren zeer eenvoudig van opzet.
In deze omgeving ligt het bos van de dansende beren. Vroeger ging men met beren dorpjes af om daar beren kunstjes te laten vertonen. Toen ze nog jong waren moesten de beren over gloeiende kolen lopen, daardoor leerden ze op 2 poten lopen! Tegenwoordig is het verboden met de beren rond te trekken. Zij worden hier opgevangen en kunnen in een groot gebied in de vrije natuur rondlopen. Dit gebied is afgezet. Ze worden wel verzorgd want ze hebben niet geleerd zelf eten te zoeken.
Na een korte stop bij de markt brengt de bus ons naar het treinstation van Avramovo, vanwaar we met een oude stoomtrein via een smalspoor een tocht maken om 7 stations verder weer uit te stappen. Het was een oud model stoomtrein. In de verte zien we de sneeuw op de bergen liggen. Tot in Bansko is het een mooie route met prachtig uitzicht. In Bansko krijgen we kamers toegewezen en rest er nog wat vrije tijd voor we gaan eten in een plaatselijk restaurant waar we ontvangen worden door plaatselijke muzikanten. Tijdens het diner zorgen de muzikanten regelmatig voor folklore muziek en zang, hetgeen zorgt voor een gezellige sfeer.

Vrijdg 13 mei
Bansko was vroeger een kleine stad, een huis kostte er zo’n € 3.000,--. In korte tijd werd de stad bekend als ski-oord. Kort voor aansluiting bij de E.U. komen er restaurantjes en hotels. We wandelen door mooi aangelegde straten en zien o.a. grote wasmachines, waarin bewoners de tapijten kunnen wassen. Het mineraalwater stroomt op volle kracht door de wastobbe en het tapijt wordt goed schoon door de sterke stroming van het water. Wij bezoeken de kerk van de Heilige Drie-eenheid. Deze kerk stamt uit de Ottomaanse tijd. De bewoners moesten toestemming vragen om een kerk te bouwen. Op de plek waar men een kerk wilde bouwen moest ooit een kerk gestaan hebben. Omdat men in die tijd een oorlog had gewonnen mocht er een kerk gebouwd worden, maar deze mocht niet opvallen. De mensen uit Bansko waren rijk. Men stopte een beeld in de grond en na een paar jaar haalde men het beeld uit de grond als bewijs dat er ooit iets had gestaan. Op de plaats waar de nieuwe kerk mocht komen werden 2 paaltjes in de grond gezet, maar de bewoners plaatsten ’s nachts de paaltjes steeds een stukje verder uit elkaar. Men bouwde eerst een muur om het terrein, zodat de Turken niet konden zien dat de kerk behoorlijk groot geworden was. Boven de ingang plaatste men tekens zodat de Turken zouden denken dat de kerk voor hen bestemd was. Het is een christelijk orthodoxe kerk. In de omgeving is veel hout, dus in de kerk is veel hout verwerkt, zelfs de “marmeren pilaren” zijn van hout. In Bansko was een school voor het schilderen van fresco’s en iconen. Men herkende de werken van deze school door het gebruik van iets donkere tinten dan normaal. De kerk is onlangs gerestaureerd; in de communistische tijd was de kerk slecht onderhouden.
In tegenstelling tot de katholieke kerk heeft de orthodoxe kerk een vlakke structuur. Er zijn 13 bisschoppen en een patriarch, deze laatste heeft een representatieve functie. Er zijn zwarte en witte broederschappen, leden van het witte broederschap moeten getrouwd zijn, leden van het zwarte broederschap zijn nonnen, zij mogen niet getrouwd zijn. Bij het maken van het kruisteken wordt in de Orthodoxe kerk duim, wijsvinger en middelvinger gebruikt (als teken van de Drie-eenheid) en gaat men in de Orthodoxe kerk eerst naar de rechter schouder (Christus was rechts van God gezeten, al het goede komt van rechts). Een ander verschil is dat men geen vagevuur kent. Na overlijden blijft de ziel 40 dagen op aarde, mensen gaan elke dag naar het graf. Daarna wordt “van hoger hand” beslist of men naar de hemel of de hel gaat. Tijdens het leven krijgt men 2x vergiffenis van de zonden: 1x na de doop en 1x bij de bruiloft. Wij bezoeken het naast de kerk gelegen Neofit Rilski Museum dat in 1981 ter herinnering aan hem opgericht. De vader van Neofit Rilski was priester in de naast het huis gelegen kerk. De zoon Neofit (1793-1881) vertaalde tijdens zijn verblijf in het klooster de bijbel in de Slavische taal, dit is een zeer belangrijk moment. Neofit Rilski heeft veel boeken geschreven voor het onderwijs. Het boek “Geschiedenis van alle Slaven en Bulgaren” is een zeer bekend boek van hem, dat nog steeds veel gelezen wordt. Hierin staat de geschiedenis van Bulgarije beschreven. Vanuit Bansko gaan we naar het dorpje Dobarsko. De rit ernaartoe is erg mooi, een klein plaatsje met sneeuw op de bergen op de achtergrond. De ontwikkeling van Bansko heeft er wellicht bijgedragen aan de ontwikkeling van de kleine dorpjes in de omgeving. Voor een groot deel van het jaar is men bezig met het verzamelen van hout voor de winter. Het kerkje ligt voor een deel onder het grondpeil. Via een paar traptreden naar beneden kom je in het kerkje.
Op die manier kreeg ieder zijn zin: de moslims want de kerk is laag, de christenen want zij hebben een mooi kerkje in de Ottomaanse tijd kunnen bouwen. Zonder restauratie is dit kerkje uit 1122 bijzonder goed bewaard gebleven, waarschijnlijk door de aanwezigheid van kleine raampjes, waardoor weinig licht binnen kwam en het feit dat het half onder het grondpeil ligt. Binnen zijn er zo’n 460 fresco’s van 400 jaar oud te bewonderen. Als wij met zijn allen binnen zijn staat het kerkje vol. Dit kerkje is gebouwd op restanten van een kerk uit de 11e eeuw. De hier gemaakte fresco’s zijn anders dan gewoonlijk: fris en helder van kleur. Op een van de fresco’s lijkt het of Jezus in een raket staat.
Op een kleine 5 minuten rijden gaan we bij de zingende oma’s lunchen. We worden zeer hartelijk ontvangen. We krijgen een 3-gangen menu van door de dames zelf gemaakte gerechten. De dames zingen een aantal lokale liederen. Op een gegeven ogenblik komen de dames verkleed in lokale kleding en nodigen enkelen van de groep uit om ook de lokale kleding aan te doen. Men loopt in een slinger even rond. Dit was leuk.
Rond een uur of 4 zijn we terug in het hotel en is er tijd om wat in Bansko rond te lopen, op de kamer te relaxen of te zwemmen in mineraal water. Tegen half 7 betrekt de lucht, valt er wat regen en volgen een paar klappen onweer, maar snel is het weer droog.

Zaterdag 14 mei
Via een hele mooie route gaan wij naar het Rila klooster, een klooster uit de 10e eeuw.
Onderweg stoppen we voor een koffiepauze. We vervolgen de route door het Rila gebergte en komen uit bij het op 1147 m. hoogte gelegen Rila klooster. Het klooster stamt uit de 10e eeuw en is opgericht door de volgelingen van de kluizenaar Joan Rilsky (later Johannes van Rila). Na de dood van Johannes van Rila is op de plek waar zijn huis stond en waar hij begraven werd dit kloostercomplex gebouwd. Het klooster speelde een belangrijke rol in het spirituele en sociale leven van Bulgarije. Rond 1750 heeft een brand het grootste deel van het klooster verwoest en is het tussen 1833 en 1862 weer opgebouwd.
In die tijd was de christelijke religie de meest gangbare. Aanvankelijk leefde Joan Rilsky als kluizenaar in de rotsen. In de 14e eeuw krijgt het klooster een stuk grond. In de Ottomaanse tijd werd het klooster met rust gelaten. Het klooster was een centrum van onderwijs. Het klooster kan gezien worden als het religieuze centrum van de Bulgaars-Orthodoxe kerk.
Nadat we door de poort op het terrein zijn zien we een ommuurd plein. Tegen muren liggen de cellen van de kloosterlingen en in het midden de kerk en een hoge toren die diende ter verdediging van het complex. We beginnen in het museum waar prachtige pronkstukken te zien zijn. Het meest belangrijk is het kruis van Jafajils, gemaakt uit één stuk buxushout. De voor- en achterkant laten andere afbeeldingen zien in miniatuur houtsnijwerk; dit is dus letterlijk “monnikenwerk”.
Boven een van de ingangen van de kerk is een afbeelding waar een engel de naam noteert van de persoon die de kerk ingaat en bij het verlaten van de kerk wordt de naam weer doorgestreept. Zowel in de kerk als daarbuiten zijn overal mooie fresco’s te zien. We krijgen ook de kans om een van de cellen van een monnik te zien. In deze cel leven 2 monniken; de cel is redelijk groot, het heeft een aparte keuken en woonkamer.
Na de bezichtiging van het Rilaklooster gaan we voor de lunch naar een restaurant waar bonensoep en forel op het menu staan. Als toetje hebben we yoghurt met groene jonge vijgen.

Langzaamaan komen we steeds dichter bij het punt waar onze reis begon: Sofia. Onderweg naar Sofia bezoeken we in een buitenwijk nog het Boyana kerkje. Dit kerkje is in 3 etappes gebouwd, te beginnen in de 10e eeuw. In het begin van de 13e eeuw is er een stuk met verdieping aangebouwd. Het laatste stuk is uit de 19e eeuw. Het kerkje is beroemd om beschilderingen uit vroegere eeuwen. In 1259 liet Sebastocrator Kaloyan een gipslaag aanbrengen op de muren van de 2e uitbreiding en de daarop aangebrachte fresco’s zijn zeer interessant. Dit is de eerste keer dat men bij fresco’s beweging ziet in de afbeeldingen, voorheen waren de afbeeldingen statisch. Keizer Constantijn en zijn vrouw Irina zijn geldschieters en hij en zijn vrouw tsarina Irina staan ook afgebeeld in prachtige kleding. In dit kerkje mag je maar met 15 personen tegelijk naar binnen.
We gaan nu richting hotel in het centrum van Sofia. Omdat we maandag al heel vroeg naar het vliegveld gaan hebben wij ’s avonds een afscheidsdiner in een restaurant aan de grote winkelstraat in Sofia. Hier zitten we met zijn allen aan een lange tafel.

Zondag 15 mei
Zoals bijna alle dagen worden wij ook vandaag om half 9 bij de bus verwacht. We gaan een rondwandeling maken in Sofia; om te beginnen brengt de bus ons tot vlakbij de Alexander Nevski kathedraal. In 1870 werd gestart met de bouw, een neo byzantijnse kerk met vergulde koepels. Het is de grootste kerk van de Balkan. In deze kerk kan men veel terugvinden van de relatie van Bulgarije met Rusland, de gids Kaloyan attendeert ons op een aantal punten: de leeuw staat voor Bulgarije en de adelaar voor Rusland. De kerk is voor een groot deel gerestaureerd, behalve de fresco’s, deze zijn 100 jaar oud. Deze kerk werd gebouwd uit dankbaarheid voor de bevrijding van de Turken en om te laten zien dat de islam niet de belangrijkste religie is. In de orthodoxe kerk is geen muziek, er wordt alleen a-capella gezongen. Uit respect voor het lijden van Christus blijft men tijdens de dienst staan. Wij blijven zo’n 10 minuten de dienst bijwonen en genieten van het mooie gezang van het koor.
Hierna passeren we een kleinere kerk, maar daarom niet minder mooi. In dit kerkje vinden veel huwelijken en dopen plaats. We lopen een stuk en komen in een park. Op de muur van een gebouw staat daar zomaar de tekst van een gedicht van Jan Hanlo: “Zo meen ik dat ook jij bent”.
Aan de rand van dit park staat een typisch Russisch kerkje. Vanaf de weg loopt een oprit zodat vroeger de koetsen konden doorrijden tot aan de ingang van deze kerk. Dan zijn we allemaal toe aan een kop koffie! Wij lopen richting het presidentieel gebouw waar door soldaten de wacht wordt gehouden. Dan komen we op een plein waar restanten uit de Romeinse tijd te zien zijn. Er is een klein rond kerkje (St. Joris), waarschijnlijk gebouwd in de 4e eeuw en in die tijd gebruikt als ontvangsthal. Hier gaan we even naar binnen, maar er is een doopdienst aan de gang, dus verlaten we gauw de kerk. We lopen een stukje door en komen uit bij een kruispunt op de belangrijke verkeersader.
Midden op het kruispunt staat daar op een hoge sokkel een standbeeld van Sint Sofia, zij is de beschermheilige van de stad. Ooit stond hier een standbeeld van Lenin maar dat beeld heeft men vervangen door een mooi beeld van Sint Sofia. Op dit kruispunt zie je gebedshuizen van 4 religies: de Badr moskee met koepel is de enige moskee die in Sofia nog in gebruik is; een orthodoxe kerk, een katholieke kerk en de op een na grootste synagoge. Kaloyan vertelt dat in de Tweede Wereldoorlog in Sofia de Joden niet werden afgevoerd, maar zij werden verdeeld over het land zodat ze niet in grote groepen werden opgepakt. Op dit plein zien we het hoofdgebouw van de communistische partij, waar veel standbeelden zijn opgeslagen uit het communistisch tijdperk. Via de mooie winkelstraat gaan we naar een gezellig restaurantje waar we de lunch gebruiken. Na de lunch krijgen we tot 16.00 uur tijd om zelf in te delen. Sommigen gaan winkelen, anderen zoeken een terras op en weer anderen gaan naar het hotel om wat uit te rusten.

Het laatste onderdeel van ons verblijf in Sofia is een bezoek aan het Nationaal Historisch Museum. Het was voor de chauffeur een hele tour om daar te komen want er was een of andere voetbalclinic en hij kon via deze weg met de bus niet bij het museum komen. Via een moeilijke achteruit rit manoeuvreerde hij de bus een heel stuk terug en nam een andere route om toch bij het museum te geraken. In het museum beperken wij ons tot de oudheidkundige schatten. Kaloyan leidt ons door de zalen met mooie schalen en kommen uit de 8e – 6e eeuw v.Chr. die zijn gevonden in de buurt van de Zwarte Zee. We komen in een zaal met prachtige gouden sieraden en versierde gouden hoofdtuigen van paarden uit de Thracische periode. Al vertellend over alle schatten die hier liggen lijkt Kaloyan een wandelende encyclopedie. Hij weet uit oude tijden te vertellen wie waar woonden, wat de gebruiken waren en wanneer het een en ander zich afspeelde. Op een gegeven moment liep iedereen over van informatie en zijn we terug naar het hotel gegaan. Om half 8 hebben wij in het hotel een gezellig en lekker diner. Tijdens het diner werd Kaloyan heel hartelijk bedankt voor zijn geweldige rondleiding door Bulgarije. Wij weten nu inderdaad heel veel van Bulgarije.
Iedereen gaat op tijd naar de kamer want maandagmorgen moeten we om kwart over vijf met koffers bij de bus staan!!

Maandag 16 mei
Om kwart over vijf is iedereen paraat en gaan we – voorzien van een ontbijttasje – richting het vliegveld van Sofia. Onderweg wordt de chauffeur heel hartelijk bedankt voor de wijze waarop hij ons veilig door Bulgarije heeft geloodst. Op het vliegveld verloopt het inchecken vlotjes en kan men bij de gate nog genieten van de opkomende zon. Aangekomen op Schiphol staat de bus op ons te wachten en worden we veilig bij de Cacaofabriek afgezet. Bij de Cacaofabriek staan bekenden de reizigers op te wachten. In de bus wordt de reiswerkgroep heel hartelijk bedankt voor al het werk dat ze hebben verricht om deze geweldige reis te organiseren.

Afsluitend kan gezegd worden dat het een geweldige reis was met een mooie afwisseling tussen kerken, cultuur en natuur. Dit alles was mede mogelijk door de prettige sfeer die er heerste tussen de deelnemende leden van Vrienden van het Museum Helmond en de geweldige gids Kaloyan. Nogmaals alle lof en dank voor de organisatie.

Met vriendelijke groet,

Het bestuur Vereniging van Vrienden van Museum Helmond